In Lviv verkopen ze nu Hollandse kaas! Dat is dapper, in een tijd dat de oorlog woedt en de economie instort.
Ik moest lang wachten voordat ik met de jongens in gesprek kon, want er waren zes kaasproevers voor me. Bij elk plakje – afgeschaafd met een echte kaasschaaf, die ik nog nergens in een Oekraïense Blokker was tegengekomen – keken de klanten alsof ze voor het eerst het Hemels Koninkrijk binnenstapten.
Toen ik aan de beurt was, en trots mijn afkomst vermeldde, kreeg ik een fles Oekraïense wijn en een goeie korting op een stuk ‘Rotterdammer’. ‘In het weekend hebben we klanten genoeg’, sprak de verkoper, ‘maar een winkel beginnen in deze tijd is een heidens karwei’.
Toen ik de winkel verliet, had ik zin in de toekomst. Als de Hollandse kaas slaagt, kan de rest ook in Lviv.
reactiesStel je voor dat er op elk moment een bom kan ontploffen.
- Dat moeten we ons voorstellen, willen we begrijpen waarom mensen bommen plaatsen. ‘Om angst te zaaien’, wordt gezegd. ‘Om te destabiliseren.’ Oké, maar wat levert dat op?
Inmiddels zijn bomexplosies in Oekraïne bijna dagelijkse kost - althans, in Odessa en Kharkiv. Meestal geen doden, soms wel, zoals in Kharkiv vorige week: vier, bij een explosie tijdens de herdenkingsmars voor de Maidandoden.
Het effect: woede in Kharkiv, en koppige onverstoorbaarheid in Odessa.
Kharkiv is een stad dichtbij de frontlinie. Men is inmiddels gewend dat er ladingen gewonde soldaten de stad komen binnen gereden. De bommen maken mensen vastberadener zich tot het eind te verzetten tegen het naderende kwaad.
Odessa ligt ver van het front, maar men weet hoe de vlam in de pan kan slaan - zie 2 Mei, Koelikovo Polje. Men negeert de angst het liefst, en gaat door met leven zo goed en zo kwaad als dat gaat.
Veerkracht is de beste bestrijding van terrorisme, denkt ‘Odessablogger’ Nikolai Holmov, opgeleid als terrorismedeskundige. ‘Gewoon doorgaan waarmee je bezig bent.’
Bommen worden gelegd om de dagelijkse routine zodanig te doorbreken, dat men tucht en orde gaat prefereren boven de vrijheid, denk ik. Ongeacht van wie die tucht en orde komt.
reactiesIk vroeg me af hoe een supercomputer eruitziet. Dus ging ik naar Cyfranet, een afdeling van de Technische Universiteit van Kraków waar ze juist zo’n ding aan het bouwen zijn.
Prometheus, zoals de computer gaat heten, mocht ik niet zien van opperprofessor Wiatr. Maar wel diens voorganger, Zeus, die nu dus als Oppergod voorbijgestreefd wordt door een van zijn titanen. Met Prometheus kun je de moeilijkste sommen supersnel uitrekenen, wat bij goede wetenschap onontbeerlijk is.
De prof was een wetenschapper van de oude Poolse stempel, die nog wist hoe je elektrische motoren in elkaar draait zonder daarbij Amerikaanse technologie te gebruiken - want dat was verboden tijdens het communisme.
Op mijn vraag mijn vraag hoe de economie profiteert van de supercomputer keek de prof nogal verlegen, maar hij verwacht wel dat Prometheus onderzoekers trekt uit heel Polen, zo niet daarbuiten.
Ook voor Poolse wetenschappers is the sky inmiddels the limit.
Binnenkort een economisch portret van Krakau in Vrij Nederland!
reacties'Helden sterven niet', was het motto van de Maidan-herdenking.
'Helden sterven wel. Ik heb ze zelf gezien. Ik was op hun begrafenis. En hun moeder huilde', schreef Sofia me uit Kyiv.
Ik beaamde het, ik was er zelf bij. O ja, en de helden liggen in het mortuarium. Bergen mensenvlees.
Helden.
'Helden worden zo genoemd, zodat niemand verantwoordelijkheid hoeft te nemen voor hun dood', zei Sofia me, toen de eerste oorlogsdoden vielen in het oosten. 'Helden zijn immers helden? Zij zijn bovenmenselijk, hebben gekozen zich op te offeren.'
Over die opmerking denk ik nog steeds na.
'Op de herdenking van de Hemelse Honderd werd alleen maar gesproken over de Hemelse Honderd', schreef Sofia me vandaag. 'Naast me stonden helden die hun been verloren op Institutska straat. Over hen werd wijselijk gezwegen, want zij konden de vraag stellen wie verantwoordelijk was voor hun leed.'
Helden sterven wel, en er zijn schuldigen. Zij die de trekker overhaalden, en de opdracht gaven daartoe.
Zij roken nu ergens een peukje, verlicht, ontslagen van hun edele plicht.
Achter het glas zit het bomvol jonge mensen. Piotr (30) en Olena (28) werken voor UBS, een Zwitserse bank. Zij programmeren en updaten. Een bank is tegenwoordig vooral softwareontwikkelaar moet je weten, want bankieren gaat via internet en dat moet gebruiksvriendelijk en veilig.
Of ze gelukkig zijn, wilde ik weten, want zo zagen ze er wel uit.
Dat waren ze. Piotr vindt het fijn dat hij collega’s heeft, en dat hij om klokslag 17 uur de deur achter zich dicht mag trekken. Olena komt uit Lviv, West-Oekraïne; voor haar is werken in Polen de kans om goed geld te verdienen en de narigheid in haar land te vergeten.
Voor altijd is het niet, maar voor nu is het goed. Ze zijn gewild, worden betaald, en het risico op falen is nihil.
Weet je nog, dat je SimCity speelde. Dat je de elektriciteitscentrale aansloot en dan - boom - ging de wijk groeien.
In Ruczaj, in het zuiden van de stad, of bij het Kraków Business Park, moet ik denken aan SimCity. Skyscrapers van staal en glas groeien uit de grond als frisse lenteknolletjes, waarnaast dan ook meteen een lunchtent, een trambaan of een complete nieuwbouwwijk met gezondheidscentrum en speeltuinen wordt aangelegd. Alsof het niets is.
De groei komt door outsourcing, vertelt men me, en offshoring, of nearshoring. West-Europese en Amerikaanse bedrijven laten Krakauers het werk doen; niet alleen meer vanwege de lage lonen, maar ook omdat nergens anders zo veel taalvaardige jongeren en slimme, goed onderwezen techneuten te vinden zijn.
In onze rondrit door de stad noteerde ik gebouwen van Motorola, Nokia, IBM, Cisco, Capgemini, Shell, Rolls Royce, Orlen, Heineken en Xerox. En dan vergeet ik er nog een stuk of wat.
Alles ging zo snel in Polen. Krakau veranderde van vergeten industriestad in een toeristenmetropool.
Neem Kazimierz. De voormalig katholiekjoodse wijk bevond zich begin jaren negentig in een deplorabele toestand. Na vier uur ’s middags maakten de mensen dat ze wegkwamen; het werd gevaarlijk op straat. Er was slechts één café, Singer, een rookhol waar kunstenaars kwamen.
Dat moest anders, vonden Olek en zijn kompaan Jacek. Anno 1999 schraapten zij hun laatste centen (tweemaal 300 zloty, da’s 150 euro) bij elkaar, en openden een nieuw café op Plac Nowy, waar ooit de joden hun gevogelte koosjer slachtten. Zij doopten de kroeg ‘Alchemia’, vanwege de magische undergroundsfeer van de wijk.
Het was pionieren. Maar de huur was laag, en achter in de meubelwerkplaats repareerde Pan Hendrik de kapotte stoeltjes. De eerste jaren kwamen er vooral Krakauers.
Nu, vijftien jaar later, is Alchemia een begrip. Het café breidde uit, met twee rookkamers, een eetcafé en in de kelder - die met dat doel werd uitgegraven - zijn elke dag jazzconcerten, met ruimte voor honderd man publiek. Ook internationale toeristen hebben het café ontdekt.
Olek en Jacek handelden op het juiste moment, creëerden de juiste sfeer en ambiance, werkten keihard en hadden het tij mee. Toen Alchemia lukte, ging het los in Kazimierz. Het ene na het andere restaurant, café en hotel opende de deuren. Inmiddels is de wijk een trekpleister voor massatoerisme, en Plac Nowy een van de meest geliefde uitgaanscentra van Krakau.
Foto: Olek (links) in gesprek met Fred Gijbels.
Fred en ik werken aan een boekje over het 15-jarig bestaan van Alchemia. Lees ook de eerdere blogs van Fred over het café en over Plac Nowy.
reacties
De Oekraïense president Porosjenko kan samen met premier Jatsenjoek doorregeren, en ze krijgen de zelfredzame burgers erbij cadeau.
De partij Zelfredzaamheid is volgens de eerste uitslagen de derde partij van het land, en daarmee de grote verrassing van de verkiezingen. De partij bestaat uit louter nieuwe gezichten, vooral burgeractivisten die de spil vormden van de Maidanrevolutie en de hervormingsbeweging die daarop volgde.
Zelfredzaamheid werd opgericht door de populaire burgemeester van de West-Oekraïense stad Lviv, Andrej Sadovy.... lees verder in Vrij Nederland.
'Vandaag enquêteer ik bij het stembureau. Daarmee verdien ik 200 grivna (11 euro). De opkomst is niet groot in Teremki. Over de uitslag valt weinig te zeggen.
Tot de verkiezingen hebben mensen hoop. Maar volgende maand zal blijken dat ons leven niet veranderd is. Dan zullen de prijzen stijgen en moeten we onze huid zelf redden.
Het wordt winter in Oekraïne. Twee dagen geleden gaf burgemeester Klitsjko de opdracht de kachel in Kyiv aan te zetten. M’n flatje is enigszins verwarmd, maar warm water hebben we niet. Ik was me elke dag, door een pan met water te koken en dat naar het bad te dragen.
De apotheken in Oekraïne draaien overuren. Zij smeren de mensen pillen en drankjes aan. Maar we kunnen beter gezond eten. Groente, fruit, vers brood en vlees. Een land met zwakke mensen is een zwak land.
Maar gezond eten kost geld. Een gemiddeld maandsalaris is 3000 grivna (165 euro). Aan gas, water en elektriciteit ben ik 750 grivna (42 euro) kwijt. Deze jas is lekker warm, maar kostte 1500 grivna (88 euro). Dan schiet gezond eten erbij in.
Deze sigaretten zijn slecht voor me. Je wilt niet weten wat ze erin stoppen. Een keer per week gun ik mezelf echte tabak. Dan vergeet ik even alles.
Een jongen als ik heeft een goede computer nodig, met snel internet. Maar die kan ik me niet veroorloven. Mijn computer loopt telkens vast als ik iets download.
Momenteel heb ik geen werk. De banen zijn schaars; er zijn veel mensen vanuit het oosten gekomen, die hier ook werk proberen te vinden. Hopelijk heb ik maandag weer een klus.
Maar kom, we moesten weer eens aan de slag.'
Sasja (Oleksandr), in Teremki, Kyiv.
reacties
Vandaag ontmoette ik een kleinkind. Hij heette Uwe.
We dronken koffie in Młynek, een paar maanden nadat ik zijn belangrijke filmdocument over Boris had gezien in het Galicisch Joodse Museum.
Uwe en ik hebben veel gemeen. Zo houden we allebei van Galicië, en stoppen we de geesten uit het verleden in boeken en artikelen. Hierover spraken we honderduit.
Toch verschillen Uwe en ik in essentie. Mijn zoektocht naar het verdwenen Midden-Europa is een liefhebberij, maar Uwe’s werk is een persoonlijke bedevaart.
Zo was Uwe’s grootvader tijdens de oorlog een hoge SS’er in Krakau - Heinrich Himmler is de peetoom van zijn vader - maar de grootvader van Uwe’s vrouw Gabi werd vermoord in Auschwitz. Uwe tekende zijn onderzoek naar dat verleden op in het boek Gabi en Uwe.
‘Als de daders zwijgen, zullen hun kleinkinderen spreken’, is het motto van zijn boek. Binnenkort ga ik het lezen.
Opeens is Oekraïne zo verrekte dichtbij. En Oekraïners hadden dat eerder in de gaten dan wij.
Midden in Europa wordt een vliegtuig neergeschoten, dit keer met onszelf erin. Wij op weg naar een congres, wij op vakantie, honderd van onze kinderen, met kleine koffertjes, die ze enkele uren eerder samen met mamma zorgvuldig hadden ingepakt.
Vertwijfeld noemen we het een vliegramp, zoals we de oorlog in Oekraïne hardnekkig ‘onrust’, of ‘crisis’ noemen. Maar we moeten eraan geloven; het is massamoord op onze lieve, gewone, onschuldige mensen; en SHIT, dit is oorlog - zo ongelofelijk dichtbij.
Wij sterven nu, zoals ze dat in Oekraïne al maanden doen.
Mijn angst groeit, net als de bloemenberg voor de ambassade in Kiev en het consulaat hier in Lviv. Van Oekraïners, voor Nederlanders. Zij begrijpen wat wij doormaken, en huilen om onze doden.
Als Boris sterft, bestaat het Jiddisch niet meer.
Op het Joodse Festival in Kraków draait een film over Boris Dorfman, de allerlaatste Jiddischsprekende inwoner van Lviv, de stad die ooit het centrum was van de Jiddische taal en literatuur.
Heleen Zorgdrager en ik portretteerden Dorfman voor het eerst, in ons boek ‘De Joden van Lemberg’. Onlangs was ik nog bij Boris op bezoek, om hem te fotograferen voor ons nieuwe werk, ‘Lviv, stad van paradoxen’.
In ‘Boris Dorfman - A Mentsh’ volgen de Berlijnse filmmakers Gabi en Uwe von Seltmann Dorfman in zijn rondgang door Joods Lviv.
Boris is als een geest uit het verleden. Zijn kelder puilt uit met kranten, boeken en tijdschriften in de Jiddische taal, maar niemand is de taal meer machtig.
Ik onthoud dat ene shot in de bus. De oude Boris zit met een microfoon naast de chauffeur. Als de camera naar achteren zwenkt zie je dat de bus leeg is.
Niemand gaat op zoek naar de joden van Lviv, zeggen de filmmakers. Zelfs de herinnering is uitgewist.
Kijk de trailer van ‘Boris Dorfman - A Mentsh’. Momenteel proberen de filmmakers de film te slijten bij internationale filmfestivals.
reacties (1)“Andriy Viktorowitsj uit Kiev, Mikolaj Ivanowitsj uit Charkiv, Joeri Petrowitsj uit Zaporizja...”
Eén voor één noemt de ceremoniemeester de namen van de meer dan tweehonderd jongens op. Sommigen van hen hebben de rode konen nog op de wangen; ik realiseer me dat zij niet konden bevroeden dat zij de week na de diploma-uitreiking in het oosten zullen gaan vechten.
Hun familieleden weten het. Ze reisden van ver naar de landmachtbasis in Lviv, om de laatste familiefoto's te maken. Ze zingen in vervoering het volkslied. Sommigen huilen.
Om het geluk af te dwingen, gooien de nieuwe soldaten tijdens hun marsronde handenvol muntjes in de lucht; een glinsterende fontein van ragfijn zilver, gerinkel van geldstukken op het asfalt.
Na afloop kruipen de kinderen tussen de benen van de volwassenen, op zoek naar de muntjes. Ik hoor hun joelende stemmetjes, en huiver bij de gedachte aan uiteengereten lichamen op een aardappelveld, ergens in het verre oosten.
Alsof de vliezen zijn gebroken. Een golf spoelt over Hrushevskoho, langs de plaats waar ooit de barricades waren. De mensen van de Maidan zijn er nog. Camouflagepakken en Kozakkenkapsels, een teug nationalisme en dat vreemde mengsel van fanatisme en discipline.
Ze marcheren de heuvel op. Met ditmaal de Rada als doel. Want het paleis van de volksvertegenwoordigers is nog steeds een vesting vol verraders.
Boven slaat de menigte stuk als golven op de branding, gestuit door de neoclassicistische pilaren van het Oekraïense parlement.
Voor de deur stellen de demonstranten zich in slagorde op, tegenover elkaar, een gangpad openlatend. Tussen hen in wordt een loper uitgerold, waarop de hoofden van de parlementariërs zijn afgebeeld. Ik verwacht dat zij eroverheen zullen lopen om vol verachting hun voeten af te vegen aan die zo gehate hoofden, maar dat gebeurt niet. Er worden stickers geplakt over de gezichten van alle parlementsleden die voor de wetten van 16 januari stemden - die Oekraïne in de praktijk omtoverden tot dictatuur. ‘Zrada’ - ‘verraders’ staat nu op hun voorhoofd geschreven.
Dan volgen de toespraken van de leiders; overtuigde democraten en het gebruikelijke poeltje populistische parlementariërs.
Democratie geeft iedereen zijn eigen stem.
Een man schreeuw ‘loestratsja!’ - ‘reiniging!’, jonge meiden zwaaien vrolijk-dreigend met hun bezems, een vrouw uit Donetsk roept dat er niet gewauweld moet worden maar dat ze de terroristen moeten vernietigen - haar ogen vlammen - en kinderen houden spandoeken omhoog: ‘Mijn pappa is patriot, laat hem in dienst!’ Soms dringen enkelen dreigend op richting de deur, maar anderen weerhouden hen.
Dan dragen twee mannen een spandoek met de ‘Hemelse Honderd’ naar voren. Zij stierven op Maidan. De mensen applaudisseren, en buigen hun hoofden voor het vergoten bloed.
Natrillend, als een moegejaagd beest komt de menigte tot rust.
De bijeenkomst eindigt in schoonheid. Weloverwogen en met verstand. De demonstranten eisen niet alleen vervroegde verkiezingen, maar eerst een verandering van de Kieswet. Zodat duidelijk is wie welke campagne van de parlementariërs financiert. En dat moet snel, want het zomerreces daagt.
Als ik wegloop, zie ik dat de camouflagepakken zich hebben opgesteld naast de politieagenten - die vier maanden geleden nog op hen in hakten.
Het parlement is toch van hen? Dan moeten zij het ook bewaken.
Op Kulikovo Polje had ik een déjà vu. Brandende kaarsen, bloemen, politieke leuzen, gedichten en foto’s van jonge, onschuldige mensen - eerst hoe ze waren, dan met verminkt gezicht. Bij de brand in het vakbondsgebouw van Odessa kwamen op vrijdag 2 mei zesenveertig mensen om het leven, voornamelijk pro-Russische demonstranten. Mijn gedachten gingen terug naar Maidan in Kyiv, eind februari. Toen waren de doden van de ene partij, nu de andere. Toen deden de snipers hun moordende werk, nu de vlammen. De uitwerking op de stad is hetzelfde: je voelt verbijstering, het verdriet en de woede. Zowel toen als nu klonken de termen ‘genocide’ en ‘terrorisme’ over en weer. Nog jarenlang zullen de inwoners van Odessa napraten of verbitterd nazwijgen. Families zullen worden verdeeld over de grote vraag naar het Waarom. Odessa, die zuidelijke, multinationale havenstad. Op Kulikovo Polje kreeg de zon een inktzwarte rand.
reacties (2)Vanmiddag sprak ik met verschillende inwoners van Odessa. De stad die sinds drie weken in shock is vanwege de brand in het vakbondsgebouw waar meer dan veertig pro-Russische activisten stierven. Met afschuw kijken de mensen terug op dat drama. De politiek krijgt de schuld. Eigenlijk ontmoette ik niemand die vertrouwen heeft in politici.
1 Elena: "Ik heb gestemd, omdat anderen er niet met mijn stem vandoor mogen gaan. Odessa zit in mijn hart. Ik werd voor de oorlog hier op de Primorski Boulevard geboren. Mijn familie vocht in het Rode Leger. Elke dag herdenk ik onze jongens die drie weken geleden stierven in het vakbondsgebouw. Door toedoen van mensen die de ziel van Odessa willen verwoesten."
2 Ivan, 53 jaar (en Irina): "Ik ben internationaal vrachtwagenchauffeur en heb gezien hoe goed Europa is. Wij stemden voor Joelia Timosjenko; zij is de leider die ons naar Europa kan loodsen. Dat zal niet onder de komende regering gebeuren. We moeten veel geduld hebben, maar we doen het voor onze kinderen.”
3 Igor en Ivan: “Wij hebben niet gestemd. De brand van drie weken geleden in het vakbondsgebouw speelt bepaalde politici in de kaart. Sindsdien weten we zeker dat politici slechte mensen zijn. Ze bestelen ons. Ook de Euromaidan-beweging is niet te vertrouwen. Ze werden betaald door het buitenland.”
4 Michailo (en Elena, 7 jaar): "De afgelopen weken was ik zo bang in Odessa. Er zijn mensen gestorven. Ik wil in leven blijven voor mijn dochter. Ik koos vandaag voor Tjachnibok van Partia Svoboda. De nationalisten. Omdat zij tegen Russen en oligarchen zijn.”
5 Myroslav: “Ik heb niet gestemd. Het systeem democratie deugt niet. We stemmen voor politici die ons vervolgens bestelen. Wij burgers moeten onszelf organiseren in verenigingen en ons beperken tot zorgen voor onze stad Odessa.”
Aan het eind van de dag kreeg ik hoop. In de ‘Hub’ is een ‘coworking network’ gestart. Jongeren en ondernemers bedenken spontaan samen plannen voor hun eigen buurt, zoeken vervolgens geld bij elkaar en overtuigen het stadsbestuur. Onlangs slaagde een groep van deze ‘coworkers’ de eigenaar van een park te overtuigen hen het park op te laten knappen. Hoezo stemmen? Doe het zelf!
6 Ksenia, een van de initiatiefnemers: “Wij creëren ons eigen leven."
reacties (96)Het groen van de acacia’s, witte wolkenschepen boven de grote grijze zee. Beneden het geluid van de containerhaven; de motoren van de hijskranen, geratel van kettingen, de fluit van een trein. Toeristen laten zich niet zien op de Primorski Boulevard.
Na de revolutie hadden de bewoners van Odessa zich even laten verleiden kleur te bekennen. Maidansupporters paradeerden in blauwgeel onder de kastanjes, pro-Russische demonstranten tooiden zich met oranje-zwarte Sint-Jorislintjes en bivakkeerden in tentjes op Kulikovo Polje.
Het eindigde zoals het eerder eindigde in Odessa, als de mensen vergaten dat zij in de eerste plaats Odessieten zijn; onafhankelijk, multinationaal en wars van politiek. De vlammenzee van 2 mei, inktzwarte verbrande lichamen in het vakbondsgebouw.
En dus zijn er geen politieke bijeenkomsten, geen demonstraties, geen tentenkampen meer. “Odessa vermijdt politiek”, zeggen IT-ondernemers Valerie en Alex. “We hebben de Oekraïense vlaggetjes weer opgeborgen, op straat spreken we Russisch zoals we altijd deden. Dit is een handelsstad. Wij doen zaken en bemoeien ons niet met elkaar. Odessieten zijn voor Odessa. Dat verbindt ons.”
reactiesIn het vroege voorjaar moet je in Krakau zijn. Rond Pasen. Als de zon onverhoeds verschijnt; te vroeg voor toeristen om nog een last-minute te boeken. De bewoners hebben de stad dan nog een beetje voor zichzelf. Kijk maar.
reacties (80)Misschien lukt het dit keer wel. Al jaren zijn ze in Lviv aan het steggelen over de vraag of er een monument moet komen op de plek van de Gouden Roos Synagoge. Het Joodse gebedshuis werd al in de zestiende eeuw gebouwd en gold tot de Tweede Wereldoorlog als een van de mooiste en beroemdste synagogen van Europa. Nadat de Duitsers het in 1941 opbliezen, is de plek leeg. Er staat geen gedenksteen, en pas sinds kort hangt er een bord met informatie over het ontwerp van het Holocaustmonument dat ooit op deze plaats komen moet. Nu ziet de plek er nog ongeveer zo uit, kijk.
reacties