Journalist Radiomaker Schrijver Stadsgids
Klauwen
Michiel Driebergen, 11 november 2014

Echt licht werd het niet. De trein kroop als een listige slang door het dorre landschap. De velden waren als reusachtige stoppelbaarden, de bomen als dominosteentjes die je *paf* omver kunt schieten met je vinger. Onder de bomen knisperen bruine bladeren, als vergeten rozenblaadjes in een bedstee van gestorven geliefden.
Schamele huizen stonden vervreemd op de naakte grond, lijdzaam wachtend op de verwoestende ademtocht.
Oh dit onmetelijke land, met dat wonderlijke, onuitroeibare volkje, wonend in houten en lemen hutten, gespeend van franje, door golfplaten bedekt. Voor hen is alleen de grond van waarde - ja zij klauwen zich vast in hun grond.
De kolchozen hadden ze allang weer de rug toegekeerd, de fabrieken stonden er vergeten bij. Alleen hun akkers zijn geploegd in verse sleuven. Klaar voor de winter, en alles daarna.

Voeg toe aan Facebook Voeg toe aan Print Page Voeg toe aan Twitter